strobreed

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  strobreed    (hulp, bestand)
  • IPA: /'strobret/
Woordafbreking
  • stro·breed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord strobreed
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetstrobreedo

  1. in: geen ~ in de weg leggen: op geen enkele wijze hinderen
    • Hem zal daarbij geen strobreed in de weg gelegd worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord strobreed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.