stugheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stugheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stug·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stugheid stugheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

destugheidv

  1. van stoffen dat ze moeilijk te bewerken zijn en niet makkelijk meebewegen
  2. van personen dat hij niet erg meegaand zijn
    • „De eigenschappen van Brown, die lange tijd als gebreken golden, zoals zijn stugheid, zijn soberheid en zijn tekort aan charisma, lijken plotseling weer in deugden veranderd”, zegt professor Rodney Barker, hoogleraar politieke wetenschap aan de London School of Economics. „Die eigenschappen passen bij een tijd als deze. De mensen weten bovendien dat Brown geen onbezonnen type is.” [2] 
  3. van een veer dat er een grotere kracht nodig is om de veer in te drukken of uit te rekken
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stugheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Floris van Straaten 3 oktober 2008
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.