stuiver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stuiver    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stui·ver
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘munt’ voor het eerst aangetroffen in 1380 [1]
  • Naamwoord van handeling van stuiven met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stuiver stuivers
verkleinwoord stuivertje stuivertjes

Zelfstandig naamwoord

destuiverm [3] [4]

  1. (numismatiek) een muntstuk van vijf cent (f 0,05), een twintigste van een gulden
    • Daar heb ik wel een paar stuivers voor over. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord stuiver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.