subjectiviteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  subjectiviteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sub·jec·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘het subjectief zijn’ voor het eerst aangetroffen in 1871 [1]
  • afgeleid van subjectief met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord subjectiviteit subjectiviteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desubjectiviteitv

  1. het subjectief zijn, beschouwing vanuit persoonlijke opvatting
Antoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord subjectiviteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.