suelto

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /'swel to/
Woordafbreking
  • suel·to
enkelvoud meervoud
suelto sueltos

Zelfstandig naamwoord

suelto m

  1. (kort) krantenbericht
  2. kleingeld, wisselgeld
Synoniemen
Verwante begrippen
  enkelvoud meervoud
mannelijk suelto sueltos
vrouwelijk suelta sueltas

Bijvoeglijk naamwoord

suelto

  1. los
  2. apart
  3. wijd, ruim, breed, gemakkelijk (van kleding)
  4. soepel
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
soltar

suelto

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van soltar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.