suikerzak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  suikerzak    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sui·ker·zak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord suikerzak suikerzakken
verkleinwoord suikerzakje suikerzakjes

Zelfstandig naamwoord

desuikerzakm

  1. klein zakje waarin genoeg suiker zit voor één kopje koffie of thee
     Uit de hotels waar hij overnachtte nam hij suikerzakjes mee, die hij aan haar vader gaf.[1]
     Een klant stevent naar een tafeltje in de hoek en bestelt een cappuccino. „Graag met twee suikerzakjes.” De koffie met tulband smaakt naar meer. Sierlijk ingepakte tulbanden liggen alvast klaar voor thuis.[2]
  2. baal waarin men suiker in grotere hoeveelheden vervoert
     Het schip Chong Chon Gang werd in juli gecontroleerd bij het binnenvaren van het Panamakanaal. De vracht bleek te bestaan uit zwaar wapentuig uit Cuba, dat was verstopt onder een vracht suikerzakken.[3]
Synoniemen
  • [2] suikerbaal

Gangbaarheid

  • Het woord suikerzak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2. Weblink bron
    Jolanda Driesse
    “Meenemen: Haagsche kakkers” (7 december 2011), Reformatorisch Dagblad
  3. Weblink bron “Wapenschip Noord-Korea terug naar Cuba” (15 februari 2014), Reformatorisch Dagblad
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.