sulfaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sulfaat    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordafbreking
  • sul·faat
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van Latijn: sulfur- «zwavel» met het achtervoegsel -aat, dat de hoogste oxidatietoestand weergeeft [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sulfaat sulfaten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetsulfaato

  1. (scheikunde) zout van zwavelzuur met de chemische formule eindigend op SO4
Synoniemen
  • zwavelzuurzout
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sulfaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.