summary

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  summary (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsʌməɹi/
Woordherkomst en -opbouw
  • van middeleeuws Latijn summarius
enkelvoud meervoud
summary summaries

Zelfstandig naamwoord

summary

  1. samenvatting
stellend vergrotend overtreffend
summarymore summarymost summary

Bijvoeglijk naamwoord

  1. summier, samengevat, beknopt
  2. (juridisch) met een verkorte procedure

Gangbaarheid

100 %van de Amerikanen;
100 %van de Britten.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.