swinger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  swinger    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • swin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Overgenomen van het Engelse swinger, van het Engelse to swing
  • Naamwoord van handeling van swingen (het tijdelijk wisselen van seksuele partner) met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord swinger swingers
verkleinwoord swingertje swingertjes

Zelfstandig naamwoord

deswingerv/m

  1. (seksualiteit) iemand die doet aan tijdelijke ruil van seksuele partner
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord swinger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.