synopsis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  synopsis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sy·nop·sis
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘overzicht’ voor het eerst aangetroffen in 1688 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'opsis' (het zien, aanblik) met het voorvoegsel syn- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord synopsis synopsissen
verkleinwoord synopsisje synopsisjes

Zelfstandig naamwoord

desynopsisv

  1. een beknopte weergave, een overzicht
    • De ingeleverde synopsissen waren zeer duidelijk. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord synopsis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.