taalvakantie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: taalvakantie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- taal·va·kan·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van taal en vakantie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taalvakantie | taalvakanties |
verkleinwoord | taalvakantietje | taalvakantietjes |
Zelfstandig naamwoord
de taalvakantie v
- vakantie waarin een taal leren de belangrijkste activiteit is.
Gangbaarheid
- Het woord 'taalvakantie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.