taander

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taander    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • taan·der
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van tanen met het achtervoegsel -der[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord taander taanders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detaanderm

  1. (beroep) iemand die zeilen en visnetten in taan kookt

Gangbaarheid

  • Het woord 'taander' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
28 %van de Nederlanders;
30 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.