taats
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: taats (hulp, bestand)
Woordafbreking
- taats
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | taats | taatsen |
verkleinwoord | taatsje | taatsjes |
Zelfstandig naamwoord
de taats v / m
- (techniek) spijker met ronde kop
- De taats van een priktol.
- (techniek) de tap waar een vertikale as draaibaar op steunt
- De balk met het grote tandwiel, heeft een metalen taats die in een taatspot draait.
Afgeleide begrippen
- taatskom, taatslager, taatsplaat, taatspot
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord taats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "taats" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.