tact

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tact    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tact
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gevoel voor wat passend is’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord tact -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detactm

  1. gevoel voor hetgeen in een (delicate) situatie passend is
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tact staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.