tandfloss

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandfloss    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɑntflɔs/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tand·floss
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandfloss -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detandflossm

  1. draadje met een waslaag om etensresten tussen tanden en kiezen weg te schrapen en door het daartussen heen en weer te trekken
     U hebt nog niet uitgepakt, hè? Ik bedoel, op de tandpasta na. En de tandfloss, denk ik zo, als u een brave jongen bent, en dat bent u vast als het op mondhygiëne aankomt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord tandfloss staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. tandfloss op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron “De straf die ze verdient” (2018), A.W. Bruna Uitgevers B.V., Amsterdam, ISBN 9789044976199, hfst. 17 mei
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.