tandfloss
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tandfloss (hulp, bestand)
- IPA: / ˈtɑntflɔs / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- tand·floss
Woordherkomst en -opbouw
- gedeeltelijke leenvertaling van Engels dental floss, op te vatten als samenstelling van tand zn en floss zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandfloss | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de tandfloss m
- draadje met een waslaag om etensresten tussen tanden en kiezen weg te schrapen en door het daartussen heen en weer te trekken
- ▸ U hebt nog niet uitgepakt, hè? Ik bedoel, op de tandpasta na. En de tandfloss, denk ik zo, als u een brave jongen bent, en dat bent u vast als het op mondhygiëne aankomt.[2]
- 1. Een klosje met tandfloss.
- 1. Een doosje met tandfloss.
- 1. Schematische voorstelling van het gebruik van tandfloss.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord tandfloss staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ tandfloss op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “De straf die ze verdient” (2018), A.W. Bruna Uitgevers B.V., Amsterdam, ISBN 9789044976199, hfst. 17 mei
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.