tandpoeder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandpoeder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·poe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandpoeder tandpoeders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tandpoeder m/o

  1. (tandheelkunde) poeder waarmee men de tanden kan poetsen
Verwante begrippen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord tandpoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.