tandspiegel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandspiegel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·spie·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandspiegel tandspiegels
verkleinwoord tandspiegeltje tandspiegeltjes

Zelfstandig naamwoord

detandspiegelm

  1. (medisch) (gereedschap) spiegeltje voor inspectie van het gebit en/of de mondholte

Gangbaarheid

  • Het woord 'tandspiegel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.