tarow

Cornisch

Woordherkomst en -opbouw
  • Van het Proto-Keltische *tarwos ("stier"), dat van het Proto-Indo-Europese *taù¯ros ("stier") afstamt.
enkelvoud meervoud
  tarow     terewi  

Zelfstandig naamwoord

tarow m

  1. (dierkunde) (veeteelt) stier
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.