stier

Niet te verwarren met: Stier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stier    (hulp, bestand)
  • IPA: /stir/ (1 lettergreep); /stiːr/
Woordafbreking
  • stier
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘mannelijk rund’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord stier stieren
verkleinwoord stiertje stiertjes

Zelfstandig naamwoord

destierm

  1. (evenhoevigen) mannelijk rund dat niet gecastreerd is
  2. (dierkunde) mannetje van sommige grote zoogdieren als de walvis, de olifant en de eland
Anagrammen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
stieren

stier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stieren
    • Ik stier. 
  2. gebiedende wijs van stieren
    • Stier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stieren
    • Stier je? 

Gangbaarheid

  • Het woord stier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.