taste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  taste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tas·te

Werkwoord

vervoeging van
tasten

taste

  1. aanvoegende wijs van tasten
vervoeging van
tassen

taste

  1. enkelvoud verleden tijd van tassen
    • Ik taste. 
    • Jij taste. 
    • Hij, zij, het taste. 

Gangbaarheid

  • Het woord taste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie


Engels

Uitspraak
  • Geluid:  taste (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /teɪst/
Naar frequentie 4238 (werkwoord)


vervoeging
onbepaalde wijs to  taste 
he/she/it  tastes 
verleden tijd  tasted 
voltooid
deelwoord
 tasted 
onvoltooid
deelwoord
 tasting 
gebiedende wijs  taste 

Werkwoord

taste

  1. smaken
  2. proeven
  3. genieten
Naar frequentie 2089 (naamwoord)


enkelvoud meervoud
taste tastes

Zelfstandig naamwoord

taste

  1. smaak
  2. voorproefje
Synoniemen
  • [2]: foretaste
Hyponiemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.