tasveld
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tasveld (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tas·veld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tassen ww en veld zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tasveld | tasvelden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het tasveld o
- plaats bij een steenbakkerij waar men de stenen of dakpannen opstapelt
- ▸ De fabriek in Tegelen kent een continu productieproces. Door overdag een buffer op te bouwen, gaat ook ’s nachts het bakproces door. Dat betekent een gestage stroom aan dakpannen en hulpstukken, zo’n 55.000 stuks per dag. Buiten de hal, op het tasveld, is ruimte voor ruim 5 miljoen pannen. Fila: „Een voorraad van 3,5 miljoen dakpannen is noodzakelijk om geen nee te hoeven verkopen.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'tasveld' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tasveld" herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Henk de Boer“Dakpannen bakken op 1020 graden” (09-10-2007), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.