tavam

Lets

2e persoonenkelvoudmeervoud
naamvalmvmv
nominatieftavstavatavitavas
genitieftavatavastavutavu
datieftavamtavaitaviemtavām
accusatieftavutavutavustavas
instrumentalistavutavutaviemtavām
locatieftavātavātavostavās

Bezittelijk voornaamwoord

tavam

  1. jouw, van jou (bij het enkelvoud van een mannelijk woord in de datief)
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.