teach

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  teach (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɪːtʃ/
  • SAMPA: /ti:tS/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse tæcan.
vervoeging
onbepaalde wijs to  teach 
he/she/it  teaches 
verleden tijd  taught 
voltooid
deelwoord
 taught 
onvoltooid
deelwoord
 teaching 
gebiedende wijs  teach 

Werkwoord

teach

  1. onderwijzen


Iers

Uitspraak
  • IPA: /tʲæx/
  enkelvoud meervoud
nominatief teach tithe
genitief tithe

Zelfstandig naamwoord

teach

  1. huis
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.