teem
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: teem (hulp, bestand)
- IPA: / tem / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- teem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teem | temen |
verkleinwoord | teempje | teempjes |
Zelfstandig naamwoord
de teem m
- langdurig, zeurderig klinkend betoog of lied
Synoniemen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
temen |
teem
Gangbaarheid
- Het woord teem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "teem" herkend door:
37 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.