teem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teem    (hulp, bestand)
  • IPA: /tem/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • teem
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: naamwoord van handeling van  temen ww  (zonder -en) [1] [2]
  • ww:  temen ww  zonder de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord teem temen
verkleinwoord teempje teempjes

Zelfstandig naamwoord

deteemm

  1. langdurig, zeurderig klinkend betoog of lied
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
temen

teem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temen
    • Ik teem. 
  2. gebiedende wijs van temen
    • Teem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van temen
    • Teem je? 

Gangbaarheid

  • Het woord teem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
37 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.