tekstboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tekstboek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛks(t)buk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tekst·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tekstboek tekstboeken
verkleinwoord tekstboekje tekstboekjes

Zelfstandig naamwoord

hettekstboeko

  1. boek met de tekst van liedjes, gedichten, een toneelstuk, het libretto van een opera etc.
    • Een kale houten vloer vormt het podium, aan touwen hangen de toneelgordijnen. Patrick Duijtshoff troont als toneelmeester aan een lange tafel, het tekstboek voor zich. Hij geeft regie-aanwijzingen en houdt de spelers in toom die van hartstochtelijke uitbundigheid over elkaar buitelen in deze zoete razernij der liefde. [2] 
  2. leerboek voor een schoolopleiding, soms naast een werkboek (oefenboek, opgavenboek) en een antwoordenboek over hetzelfde vak
    • Rood bloed is het best begrepen. De rode kleur komt van de ijzer-heemgroepen in hemoglobine, het eiwitcomplex dat zuurstof vervoert. Eén hemoglobine-complex bestaan uit vier globine-strengen, die ieder een heemgroep bevatten om één zuurstofmolecuul te binden. Volgens tekstboeken bevat elke rode bloedcel een paar honderd miljoen hemoglobine-moleculen. Dat betekent dat elke rode bloedcel een miljard zuurstofmoleculen verscheept. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord tekstboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Kester Freriks 17 januari 2017
  3. NRC Lucas Brouwers 2 januari 2016
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.