tel.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: tel. (hulp, bestand)
- IPA: / teləˈfonʏmər / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- tel.
Woordherkomst en -opbouw
- (afkorting) van telefoonnummer zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | tel. | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het tel. o
- geplaatst voor de cijferreeks waarmee een persoon of organisatie gebeld kan worden
- Ze wacht terwijl wij het kaartje lezen. In een rood kader met rechtsonder een Cattleya-bloem staat met sierletters:
Bloemenhuis CATTLEYA
Bloemist-Arrangeur?
Specialist in Bruidswerk
ook orchideeën, cactussen en tropische planten.
(Gunstige kantoorabonnementen voor bloemwerk en plantendecoraties.) Joubertstraat 36. Tel. 020-183380. [1]
- Ze wacht terwijl wij het kaartje lezen. In een rood kader met rechtsonder een Cattleya-bloem staat met sierletters:
Gangbaarheid
- Het woord tel. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Arion, F.M.Afscheid van de koningin. (1975) De Bezige Bij, Amsterdam; p.221; geraadpleegd 2018-06-04
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.