telpost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  telpost    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tel·post
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord telpost telposten
verkleinwoord telpostje telpostjes

Zelfstandig naamwoord

detelpostm

  1. plaats die ingericht is om iets te kunnen tellen
     In Twente en de Achterhoek worden dit weekend vanaf acht telposten vogels geteld tijdens de vogeltrek.[1]
     Afgelopen zondag was een geluksdag op de telpost van Vogelwerkgroep Losser. Op die dag kwam een groepje van tien pijlstaarten voorbij.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'telpost' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
67 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Erik Hogeboom
    “Op acht plaatsen vogels tellen voor Bird Watch” (3-10-2008), Tubantia
  2. Weblink bron
    Jan Bengevoord
    “Pijlstaarten maken een ommetje over Losser” (20-11-2018), Tubantia
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.