temeie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  temeie    (hulp, bestand)
  • IPA: /təˈmɛijə/
Woordafbreking
  • te·meie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: hoer’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
  • Herkomst: Jiddisj [2]
  • Hebreeuws: temea 'onrein'
enkelvoud meervoud
naamwoord temeie temeies
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detemeiev

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) prostituee, hoer
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord temeie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
26 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.