temperatuurdaling
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: temperatuurdaling (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tem·pe·ra·tuur·da·ling
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van temperatuur zn en daling zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | temperatuurdaling | temperatuurdalingen |
verkleinwoord | temperatuurdalinkje | temperatuurdalinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de temperatuurdaling v [1]
- verlaging van de warmtegraad
- ▸ Snelle temperatuurdaling in september: Het is ook de warmste Prinsjesdag ooit gemeten. "Maar dat is niet helemaal eerlijk om te vergelijken", zegt Kuipers Munneke. "Prinsjesdag heeft geen vaste datum en valt dit keer op de vroegst mogelijke dag." De dag kan vallen tussen 15 en 21 september.[2]
- ▸ Linda's humeur sloeg om - een innerlijke temperatuurdaling.[3]
Gangbaarheid
- Het woord temperatuurdaling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Niet eerder was het in september zo warm: 35,1 graden in Gilze-Rijen” (dinsdag 15 september 2020, 14:45), NOS
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.