tenreks

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tenreks    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ten·reks
Woordherkomst en -opbouw
  •  tenrek zn  met de uitgang -s
enkelvoud meervoud
naamwoord tenreks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detenreksmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tenrek
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een familie Tenrecidae  van zoogdieren binnen de orde Afrosoricida 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen
  • Tenreks werden, net als goudmollen, de andere familie van de orde, vroeger tot de insecteneters gerekend. Moleculair genetische onderzoek heeft aangetoond dat ze tot de, qua uiterlijk uiterst heterogene, superorde Afrotheria  behoren. Deze indeling wordt echter nog steeds betwist door biologen die meer aan morfologie hechten

Gangbaarheid

  • Het woord tenreks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.