tenrek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tenrek    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɛnrɛk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ten·rek
Woordherkomst en -opbouw
  • van Malagasy tandraka, in de betekenis "borstelegel" aangetroffen vanaf 1862 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tenrek tenreks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detenrekm

  1. benaming voor zoogdieren uit de orde Tenrecidae , die in Afrika en vooral op Madagaskar voorkomen
     Tenreks, fossa’s en lemuren, op Madagascar wemelt het van de dieren die nergens anders op aarde leven.[3]
    1. klein zoogdier, Tenrec ecaudatus , dat alleen op Madagaskar voorkomt
       Onder de insectenetende dieren is de tenrek of borstelegel het merkwaardigste.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
  • [1] zie de categorie: Tenreks in het Nederlands
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tenrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. tenrek op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Traugott Bromme (vert. T.C. Winkler)
    “Atlas der natuurlijke geschiedenis, voor scholen en huisgezinnen” (1862), J.C. Loman, Amsterdam, p. 12 kol. 1
  3. Weblink bron
    Michiel van Nieuwstadt
    “Kolonisten op drijfhout” (23 januari 2010) op nrc.nl
  4. Weblink bron
    P.A. van Deinse
    Madagaskar. (vervolg) in: Tijdschrift voor geschiedenis, land- en volkenkunde, jrg. 12 nr. 4 (1897), Delsman en Nolthenius, Amsterdam, p. 236
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.