ter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ter (hulp, bestand)
- IPA:/ tɛr / (1 lettergreep)
- IPA: /tɛr/
Woordafbreking
- ter
Woordherkomst en -opbouw
Voorzetsel
ter
- samentrekking van te + der (enkelvoud datief vrouwelijk), komt voor in staande uitdrukkingen en is met name met naamwoorden van handeling op -ing nog productief.
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Ter leering ende vermaeck
- Ter elfder ure
op het laatste ogenblik
- Ter ziele gaan
gestorven zijn of sterven, ook (figuurlijk)
Vertalingen
ter plaatse
|
Gangbaarheid
- Het woord ter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ter" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ ter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Latijn
Telbijwoord (lat) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | 1012 |
5 | 15 15 |
50 | 500 | 1015 |
6 | 16 16 |
60 | 600 | 1018 |
7 | 17 | 70 | 700 | 1021 |
8 | 18 | 80 | 800 | 1024 |
9 | 19 | 90 | 900 | 1027 |
Telbijwoord
tĕr
Nedersaksisch
Voorzetsel
ter
Portugees
Werkwoord
ter
Sloveens
Voegwoord
ter
Turks
Zelfstandig naamwoord
ter
Urkers
Voorzetsel
ter
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.