terugleggen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugleggen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·leg·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugleggen
legde terug
teruggelegd
zwak -d volledig

Werkwoord

terugleggen

  1. terug plaatsen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord terugleggen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.