testikel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  testikel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tes·ti·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zaadbal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1595 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord testikel testikels
verkleinwoord testikeltje testikeltjes

Zelfstandig naamwoord

detestikelm

  1. (anatomie) teelbal, zaadbal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord testikel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.