theaterleven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: theaterleven (hulp, bestand)
Woordafbreking
- the·a·ter·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van theater zn en leven zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theaterleven | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het theaterleven o [1]
- alles en iedereen die betrokken is bij het theater
- ▸ Ik had veel over het theaterleven geleerd, en een beetje over de wereld.[2]
- ▸ Schilder Isaac Israels liet zich volop inspireren door de industriële groei en het rijke theaterleven in Den Haag en de mondaine badplaats Scheveningen. Alledaagse onderwerpen als wandelende en winkelende mensen in Haagse straten, flanerende dames op de boulevard in Scheveningen en ezeltje rijden op het strand verbeeldt de kunstenaar op een spontane en lichte manier.[3]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord theaterleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Dochter van het verraad” (1991), Saga, ISBN 9788726484861
- ↑ Weblink bron “Historische kijk op Den Haag en Scheveningen” (Vrijdag 3 augustus 2012, 14:45), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.