theaterproductie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  theaterproductie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • the·a·ter·pro·duc·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord theaterproductie theaterproducties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detheaterproductiev

  1. theatershow die men meerdere keren opvoert
     Het was, van meet af aan, een tamelijk rampzalige en extravagante theaterproductie.[1]
     Joris heeft nog wel wat dingetjes waar 'ie niet mee verder kan: zijn zakelijke belangen. Hij heeft bijvoorbeeld een theaterproductie die door het land toert en hij is daarnaast ook nog directeur van een familiepretpark in Hengelo.[2]
Hyponiemen
  • muziektheaterproductie

Gangbaarheid

  • Het woord theaterproductie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium , ISBN 9789057598500
  2. Weblink bron “Joris wordt de jongste burgemeester van Nederland” (10-02-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.