therapietrouw

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  therapietrouw    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • the·ra·pie·trouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord therapietrouw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detherapietrouwv/m

  1. (medisch) mate waarin een voorgeschreven therapie door een patiënt wordt opgevolgd

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord therapietrouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.