tijdbom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdbom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tijd·bom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdbom tijdbommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detijdbomv/m

  1. bom die door een tijdmechanisme op een bepaalde tijd ontploft
    • Gelukkig kon de tijdbom nog net op tijd onschadelijk gemaakt worden. 
  2. (figuurlijk)iets dat op een later tijdstip iets vervelends veroorzaakt
    • De klimaatverandering is een tikkende tijdbom. 

Gangbaarheid

  • Het woord tijdbom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.