tijdlijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijdlijn    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tijd·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tijdlijn tijdlijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detijdlijnv/m

  1. tijdschaal vormgegeven als balk of lijn
    • Buiten de pagina van ‘Er mag gezongen worden’ gaat het nieuwtje ondertussen een eigen leven leiden. Negentig mensen klikken op ‘delen’ en sturen het via hun eigen tijdlijn naar vrienden. Daar, zonder de context van satire, waar vooral de kop opvalt - Sylvana Simons: ‘Schaf zwart scheidsrechterstenue af’ - wordt het aantal mensen dat het bericht gelooft al stukken groter. [1] 

Gangbaarheid

  • Het woord tijdlijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC Peter Zantingh 17 januari 2017
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.