tint

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tint    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɪnt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • tint
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tint tinten
verkleinwoord tintje tintjes

Zelfstandig naamwoord

detintv/m

  1. variatie van een kleur die ontstaat door die lichter of donkerder te maken
  2. mate waarin een beeld een lichte of juist donker indruk maakt
  3. (figuurlijk) heel geringe indruk, lichte graad
  4. kleur van het uiterlijk
  5. variatie van een kleur die ontstaat door verschil in golflengte (bij beschrijving kleuren binnen een kleurruimte; deze betekenis wijkt af van die in het traditionele spraakgebruik)
  6. (figuurlijk) bepaalde ideologische invalshoek
Opmerkingen
  • Bij de figuurlijke betekenissen wordt meestal het verkleinwoord gebruikt.
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord tint -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detintm

  1. donkerrode Spaanse wijn van de tintodruif

Werkwoord

vervoeging van
tinten

tint

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van tinten
  2. gebiedende wijs van tinten

Gangbaarheid

  • Het woord tint staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.