tira

Frans

Werkwoord

vervoeging van
tirer

tira

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van tirer


Spaans

enkelvoud meervoud
tira tiras

Zelfstandig naamwoord

tira m

  1. strook, reep, band

Werkwoord

vervoeging van
tirar

tira

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tirar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tirar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.