toeristenbureau

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toeristenbureau    (hulp, bestand)
  • IPA: /tuˈrɪstə(n)byˌro/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • toe·ris·ten·bu·reau
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toeristenbureau toeristenbureaus
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hettoeristenbureauo

  1. (toerisme) organisatie die reizigers informeert, meestal met het doel meer bezoekers naar een land, streek of plaats te trekken
     Het lokale toeristenbureau heeft wandelroutes uitgezet langs de bezienswaardigheden.[2]
  2. (bedrijf) (toerisme) onderneming waar mensen die voor hun genoegen een reis willen maken terecht kunnen om hun vervoer en verblijf te regelen
     Toeristenbureaus zien hun reserveringen voor de VS met driekwart kelderen.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord toeristenbureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Gerbert van der Aa
    “Neem de afslag Nancy-Centre” (11 mei 2013) op nrc.nl
  3. Weblink bron
    Paul Friese
    “De week” (29 september 2001) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.