tokkelen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: tokkelen (hulp, bestand)

Woordafbreking

tok·ke·len

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘snaarinstrument bespelen’ voor het eerst aangetroffen in 1583 ^[1] ^[2]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
tokkelen	tokkelde	getokkeld
zwak -d	volledig

Werkwoord

tokkelen ^[3]

(muziek) overgankelijk snaren met kleine rukjes bespelen
ergatief zich hangend aan een stalen kabel voortbewegen
(seksualiteit) geslachtsgemeenschap hebben

Verwante begrippen

afplukken, oprapen, plukken

Afgeleide begrippen

getokkel, tokkelaar, tokkelbaan, tokkeling, tokkelinstrument

Vertalingen

2. snaren bespelen

Engels: pick ^(en), pinch ^(en), pluck ^(en), ring ^(en)

Spaans: coger ^(es), pellizcar ^(es), pinzar ^(es), pizcar ^(es), pulsar ^(es), puntear ^(es)

1. zich hangend voortbewegen

Engels: zip down ^(en)

Gangbaarheid

Het woord tokkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "tokkelen" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
98 %	van de Vlamingen.^[4]

Verwijzingen

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.