tomo

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tomar

tomo

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van tomar

Toki Pona

Uitspraak
  • Geluid:  tomo    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtomo/
Woordafbreking
  • to·mo
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

tomo

  1. gebouw, constructie
  2. huis, woning
  3. kamer

Bijvoeglijk naamwoord

tomo

  1. huiselijk
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.