toneelgezelschap

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toneelgezelschap    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • to·neel·ge·zel·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toneelgezelschap toneelgezelschappen
verkleinwoord toneelgezelschapje toneelgezelschapjes

Zelfstandig naamwoord

hettoneelgezelschapo

  1. groep mensen die een toneelstuk uitvoeren
     In Anna Pavlovna's kring werden alleen Fransen toegelaten die verstokte legitimisten waren, en hier werden ook vaderlandslievende gedachten geuit: dat men niet naar de Franse schouwburg moest gaan en dat het onderhoud van het Franse toneelgezelschap net zoveel kostte als het onderhoud van een heel legerkorps.[1]
     Lanting was vooral bekend van het toneelgezelschap het Theater van de Lach, dat hij in 1971 oprichtte, en dat tot in de jaren negentig optrad.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord toneelgezelschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  2. Weblink bron “Acteur, regisseur en producent John Lanting overleden” (16-08-2018), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.