toneelspel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toneelspel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • to·neel·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord toneelspel toneelspelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hettoneelspelo

  1. een toneelstuk, een toneelvertoning
    • - De Gijsbrecht van Amstel is een bekend toneelspel geschreven door Vondel. 
  2. het toneelspelen
    • De actrice was bekend om haar weergaloze toneelspel. 
  3. een schijnvertoning
    • Haar verdriet was alleen maar toneelspel, ze was maar wat blij dat haar man overleden was en ze kon gaan genieten van de erfenis. 
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord toneelspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.