tonster

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tonster    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtɔnstər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ton·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tonster tonsters
verkleinwoord tonstertje tonstertjes

Zelfstandig naamwoord

detonsterv

  1. (beroep) vrouw die turf in tonnen afmeet
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'tonster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
11 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.