touch

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  touch (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
touch touches

Zelfstandig naamwoord

touch

  1. aanraking
  2. bij een aanraking horend gevoel
  3. (figuurlijk) vleugje, klein beetje van iets
  4. (muziek) toets [1]
  5. (muziek) aanslag [2]
vervoeging
onbepaalde wijs to  touch 
he/she/it  touches 
verleden tijd  touched 
voltooid
deelwoord
 touched 
onvoltooid
deelwoord
 touching 
gebiedende wijs  touch 

Werkwoord

touch

  1. onovergankelijk tegen elkaar aankomen, elkaar (bijna) aanraken
  2. overgankelijk aanraken, raken, treffen
  3. overgankelijk in emotioneel opzicht raken
  4. overgankelijk benaderen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.