toupet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  toupet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tou·pet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘haarstukje’ voor het eerst aangetroffen in 1732 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord toupet toupetten
toupets
verkleinwoord toupetje toupetjes

Zelfstandig naamwoord

detoupetm

  1. haarstukje
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord toupet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.