trade

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  trade (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /treɪd/
enkelvoud meervoud
trade trades

Zelfstandig naamwoord

trade

  1. handel
  2. ruil
vervoeging
onbepaalde wijs to  trade 
he/she/it  trades 
verleden tijd  traded 
voltooid
deelwoord
 traded 
onvoltooid
deelwoord
 trading 
gebiedende wijs  trade 

Werkwoord

trade

  1. ruilen
  2. handel drijven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.